57 – Hormonen

Omdat ik het waard ben ga ik na een heleboel jaren maar weer eens naar de kapper. Eerst bleef het maar groeien vanwege geldgebrek en daarna ook nog eens door corona. Daarna omdat ik besloot het te laten groeien en vervolgens zit het al een tijdje voor geen meter. En zo stond ik dan vaak in de spiegel te kijken met de schaar om de hand aan mezelf te slaan. Je kunt op youtube en pinterest tig filmpjes vinden met aanwijzingen om je eigen haar te knippen maar weet je, ik dacht dat ik na al die jaren ook wel eens wat fijns voor mezelf verdiend had. En dus liet ik me in de goedkoopste salon in het dorp eens even flink verwennen. Wassen knippen föhnen. Het was voorbij voor ik het wist en het grootste deel van de tijd moest ik praten waardoor ik de helft van de handelingen gemist heb. Bovendien moest ik in tl licht naar mijn bemaskerde hoofd kijken en ik kan je zeggen dat dat er ooit toch beter heeft uit gezien. Maar goed er is een stukje af, het valt weer beter en ik kan er weer een paar jaar tegen.
.
Een vriendinnetje/ex leerling/dansmaatje, dook een week of twee geleden ineens weer op. Nieuwsgierig waar we terecht waren gekomen. Het was alweer zo lang geleden. Het klikte weer leuk en nu blijkt zij eens in de drie weken ergens vrij te dansen. Of ik alsjeblieft ook mee wilde doen. En ja ik mis het eigenlijk ook wel. Het leek me ook weer eens leuk voor de afwisseling. Eens een keer niet de juf te zijn, geen verantwoordelijkheid te dragen, geen muziek uitzoeken, niet iedereen in de gaten houden, zorgen dat iedereen het naar de zin heeft, niet te leiden. Gewoon lekker meedoen. Kan me niet heugen wanneer dat voor het laatst was. Ik stond al met één been in de alternatieve wereld tot er drie dagen voor het zover was ineens een belletje rinkelde. Wel een beetje laat en voor veel mensen ook wel iets om “duh” op te zeggen. Ik realiseerde me ineens dat we nog midden in een corona tijdperk leven. Die dansmariekes horen allemaal bij het genre dat vaccinaties kul vindt en dat we allemaal ineengestrengeld door het leven moeten hupsen. Oef! Er zat niets anders op dan het af te blazen. Ik gun ieder zijn ding en ieder zijn plezier, mezelf ook maar ik heb ook nog verantwoording naar mijn massage klanten af te leggen. Bijvoorbeeld. We leven verder zo geïsoleerd dat ik er niet altijd mee bezig ben. Wat een heerlijkheid!
.
Om me te troosten en omdat het zo wie zo mooi weer is gaan we weer eens een rondje fietsen. Theo had op Komoot al lang alweer een mooie route uitgestippeld. Ideaal programma. Je trekt op de kaart de wegen een beetje op of naar beneden en het programma bepaalt dan zelf waar je het beste fietsen kunt. We gaan weer met de auto en de fietsen achterop. Dat blijft toch nog een heikel puntje want na de eerste keer opladen bij de fietswinkel hebben we de fietsen nooit meer soepel op het rek gekregen. Bij Salies du Salat parkeren we en maken dan ten zuiden van Salies een rondje. Maar wat voor rondje! Het is voortdurend ontzettend mooi en hoe verder we de Ariege in fietsen hoe mooier het landschap wordt. De bergen hebben al prachtige witte toppen. De lucht is fris, muts-fris. We volgen de Salat een tijdje stroomopwaards en gaan daarna de heuvels in. Omhoog omhoog omhoog. Lang leve de turbo. Het is gewoon puur plezier om op deze manier te fietsen. Ja we zijn dan toch aanbeland bij de oude lullen club. De grijze duiven massa. Maar het kan ons niets schelen. We scheuren door de heuvels en genieten met volle teugen. We picknicken in een leeg dorpje op een pleintje vol plataanbladeren, bezoeken een kaasboerderij maar daar is alleen een slome hond en die heeft er geen kaas van gegeten (flauw). Op het hoogste punt van de route rijden we een tijdje over een kam en fantaseren dan hoe leuk het zou zijn als we dit konden delen met vrienden. Hoe leuk het zou zijn zulk soort dingen met gîte gasten te doen bijvoorbeeld. Maar dat is nog onmogelijk natuurlijk en dus fietsen we voorlopig voor onszelf.
.
Ik had een nieuw slachtoffer gevonden om eens een keer met de ezels te lopen. Gewoon een klein oefenrondje. Het moet tenslotte wel leuk blijven. Net toen ik min of meer op haar stond te wachten, ging de telefoon. De verhuizers van vorige week staan bepakt en bezakt na de sleuteloverdracht klaar voor vertrek en wat treffen ze aan onder hun caravan? Een hondje. Een pup. Volgens hen gewoon gedumpt want in de buurt woont niemand van wie hij kan zijn. En nu dachten ze dat ik dat klusje wel zou oplossen. Want ze moeten echt nu stante pede vertrekken. Theo gebaart van nee nee! Niet doen! Maar het moederinstinct is te sterk. Bijna hormonaal gedreven rijd ik naar ze toe, in de hoop dat het geval al is opgelost als ik aankom. Maar nee en het mormel blijkt een ongelofelijke hoeveelheid “houd van mij” signalen los te laten. Te lief, te leuk, te mooi, te knuffelig, te zielig aaach! Ik bedank de verhuizers ongemeend hartelijk voor de taak die voor me ligt. Ik had mezelf ook opgebeld om raad als ik hem had gevonden. Het mormel blijft lief op schoot achter het stuur zitten en ik rijd met een slakkengangetje naar huis. Daar is Gilbert al twee dagen bezig de mesthoop te verwijderen met als gevolg dat het een grote modder en stront zooi is geworden bij ons. Theo en de nieuwe ezelwandelaarster staan al op me te wachten en tja, ook al heeft Theo wat minder instinctieve hormonale verzorgings driften, hij moet toch toegeven dat het een super schatje is. Van dat ezelwandelen komt dus helemaal niks meer. We kijken de boel een kwartiertje aan. Het mormel loopt door de bagger en de stront recht het huis in en veegt in een onbewaakt ogenblik diezelfde poten af aan mijn kleren. Boy is meteen het slachtoffer van adoratie. Dartan maakt zich uit de voeten en de buurhondjes schrikken zich een ongeluk van de indringer. Dit gaat ‘m niet worden. Hoe lief en schattig het beestje ook is, we kunnen hem nu niet houden. Bovendien is het helemaal niet zeker dat het hondje gewoon bij de verhuizers gedumpt is. Wie weet heeft het een baasje dat nu hevig treurt. Met de nieuwe ezelvriendin gaan we naar de dierenarts maar die ontdekt geen chip. Vervolgens rijden we naar haar huis. Niet ver weg, groot en warm en comfortabel en ze heeft ook een man zonder verzorgingsinstinct maar een ruim hart. Voorlopig kan het beestje daar warm en droog verblijven tot er een oplossing is. Gelukkig duurt dat niet lang. Een paar uurtjes later worden we opgebeld. Het hondje is van de buurman van de verhuizers. Zo’n tweehonderd meter er vandaan. Hij heeft hem nog maar twee dagen dus niemand die het wist. Hij is dolgelukkig als we het Bolletje Liefde in zijn armen drukken, wil betalen want voor wat hoort wat. Maar zo zijn we niet getrouwd. Ik druk de katten nog maar eens extra tegen me aan, aai mijn eigen honden nog maar eens goed. De hormonen zakken vanzelf weer weg.

5 antwoorden op “57 – Hormonen”

  1. Aahh wat een droppie. Geen wonder dat je een soort van moedergevoel kreeg. Gelukkig voor z’n baasje dat hij terecht is …

  2. Ach de Ariege, inderdaad het is er zo mooi. Wij waren er zo aan gehecht. Als we naar Luzenac reden, zagen we in de bergwanden de grotten en we stelden ons voor dat het berenholen zouden zijn. Nu lazen we in de krant dat er iemand in die contreien was aangevallen door een beer 🐻. Hapje uit z’n kuit begrepen we. Hadden we misschien toch gelijk met die beren. Liefs 💋

  3. Weer fijn je blog gelezen. Ging er al bijna vanuit dat je het bolletje hond gehouden had, maar toch niet. Xxx

  4. Het is weer een mooi verhaal geworden. fietsen is ook mijn passie en als ik daar jullie mooie omgeving bij denk, dan kan ik me van alles bij voorstellen.
    Onze kleindochter, die leukemie heeft, heeft van een nichtje veertien dagen een troosthond te leen gehad. het gezin was hier zo dol op, dat er over ruim een week gezinsuitbreiding komt. De nieuweling is een labradoedel puppy en ze heeft al de naam Suus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *