51 – Hechtingen, beestenspul en paddestoelen…

En ik dacht dat die hechtingen er wel even snel uitgeknipt zouden worden. Ik kreeg van alle kanten al aanbiedingen. Iedereen zou dat varkentje wel even wassen. Ook Roger zou er gewoon een zakmes in zetten en hoppa klaar. Ik vertrouw dit keer alleen professionals gezien de lokatie van de hechtingen. Ik zit niet te wachten op een halve onthoofding. Om 9 uur ’s morgens sta ik al bij de ADMR. Een verplegerspost in het dorp. Daar weten ze van wanten. Ik verontschuldig me bij de dienstdoende verpleegkundige voor de miniscule hechtinkjes van lik me vestje. Geen grote operatie vandaag. Geen uitdagende zaken, gewoon een routine klusje. Ik mag gaan zitten maar vervolgens toch gaan liggen. Betadine in mijn hals en een pincet uit een folietje in de aanslag. En dan blijken die hechtingen wel heel klein en heel strak en voor een mens van boven de, zeg om en nabij de veertig, niet meer zichtbaar. We breken beide in het zweet van het gepruts. Gelukkig komt net een jonge verpleegkundige met dito ogen het gebouw in en getweeën buigen ze over me heen. Alle corona regels behalve de mondkapjes worden overtreden. Ik draag die dag een bloemetjes masker. We hadden er een heleboel ludieke besteld. Gelukkig is het hier nog steeds verplicht want anders zou het toch weggegooid geld zijn maar Madeleine met de jonge ogen is onder de indruk en complimenteert me. Kijk, daar was het om te doen. Ik heb het maar niet over de bloemenpoes. Die verbinding is alleen in mijn hoofd grappig waarschijnlijk. Afijn, ik lijd lijdzaam onder het gepruts. Af en toe hoor ik een hoopvol ah! Of een minder hoopvol hmmm! Maar het lukt natuurlijk. Want het stelt niks voor natuurlijk. En dan rest mij slechts nog een litteken dat langzaam moet verdwijnen. Hopelijk wordt dit niet vervolgd.
Het is de tijd van de paddestoelen. Ik heb het nooit echt goed begrepen, het glijdt altijd een beetje langs me heen en ik heb een gezonde dosis wantrouwen voor paddestoelen maar in september worden overal de rieten manden van zolder gehaald, de laarzen gepoetst en hele families trekken ten strijde door de bossen. Soms zelfs letterlijk. Op zoek naar cepes en andere schimmels gaan alle regels van het fatsoen overboord. Wie het eerst komt, het eerst maalt. Mensen gaan soms letterlijk met elkaar op de vuist. Ik hoor hier en daar al over vangsten van tassen vol en overal kiekjes van tafels vol met cepes. Persoonlijk vind ik het een zwaar overschat gebeuren maar het hoort bij de hele cultuur. Ook Gilbert heeft tassen vol gescoord en er voor ons een paar achter de hand gehouden. 10 minuten koken en dan bijna een uur bakken, zegt Sylvie. Ik duik op internet om het te verifiëren maar het leek me ook al een beetje vreemd. Ik vind een dergelijk recept nergens. Toch blijven ze volhouden dat dat de beste manier is. Ik ben eigenwijs en ga mijn eigen gang. Weliswaar met een gezonde dosis tegenzin want over het algemeen vind ik paddestoelen best eetbaar maar niks bijzonders. Ik volg een internet recept en dat lijkt in eerste instantie prima te gaan. Maar algauw verandert de hele bende in een grote pan snot. Ik flambeer de boel nog met dure armagnac en maak het af met een klontje boter maar het is en blijft een dikke kledder met stukjes. Is dit wel eetbaar vraag ik me af. Is dit wel hoe het hoort? Met pan en al besluit ik naar beneden te lopen en de buren om raad te vragen. Zowel Gilbert als Sylvie steken een vork derrie in hun mond en roepen van oh la la wat lekker. Ook met al dat slijm? Vraag ik voor de zekerheid. Ja hoor. Zo moet het en ik ben dit keer zeker dat ze het niet uit beleefdheid zeggen want er zijn twee Philipen op bezoek die ook vervend paddestoelenzoekers zijn en die beamen het. Niks mis mee. Weer thuis kook ik wat spaghetti, bak een paar spekjes, snijd een tomaatje, haal de creme fraish tevoorschijn. Just in case. Dan proberen Theo en ik dapper wat klieder maar besluiten al snel dat het linea recta de afval emmer in kan.
Nog wat over beestjes. De ezeltraining verloopt goed tot dusver. Ik kan inmiddels al een rondje om de stal maken zonder dat de achter gebleven ezel uitbreekt. Dat is hoopvol. Nu moet ik volhouden. Van de week echter midden in de nacht schrokken we wakker van een balkende Paquito. Paniek peeuw peeuw! Hellup! Zo klonk het. Paquito heeft een balk als een misthoorn. Kleren aan getrokken, zaklampen gepakt en naar de wei. Pietje stond onrustig heen en weer te lopen. We begrepen meteen dat hij Zoë kwijt was. Daar moest de hele buurt wakker voor gemaakt worden. Zoë is niet zo’n balkert, ze is meer een piepert. Ik glij en slip met Paquito mee naar de wei beneden. Ze kan niet weg zijn want overal staat cloture met stroom er op. Pietje rent in blinde paniek al balkend de weide op en neer en eindelijk horen we vanuit een hoekje een schuchter schrapend kreuntje, je kunt het met de beste wil van de wereld geen balken noemen. Ze staat stiekem op de talud achter een boom verscholen zich af te vragen waar die opschudding over gaat. Eind goed al goed, Paquito helemaal gelukkig en wij weer naar bed.
Inmiddels zitten we toch een paar keer per week op de fiets. We genieten van de weggetjes, Theo van de turbo snelheid en ik van de lichaamsbeweging in het algemeen. Op een tochtje zien we ineens een hond op ons af rennen. Opletten geblazen, benen omhoog. Als fietser ben je je enkels niet zeker met loslopende honden. Maar deze kwam vrolijk aanrennen om vervolgens met ons mee te gaan. Hij had er echt lol in. Wij wat minder. We stoppen en sturen hem terug, streng met onze arm in de andere richting zwaaiend. Voor de hond is dat reden om op de grond te gaan liggen. We doen ons best om boos te blijven maar voor we ’t weten staan we het arme dier te aaien en dan kan je het wel vergeten. Het is een prachtige hond die er goed verzorgd uit ziet. In de buurt staan vier huizen waar we proberen iemand te vinden maar er is nergens iemand behalve nog wat andere honden. Dan, ja na een hele tijd pas ik zal het eerlijk zeggen, bedenken we dat er misschien wel een telefoon nummer op zijn halsband zit. Ik bedoel, we hebben zelf honden die met naam en toenaam de wereld in lopen, waarom zou dat voor een andere hond niet gelden? En we hadden ook al een klein kastje aan zijn halsband gezien maar ik dacht zo maar dat het een schokapparaatje was. Gelukkig krijgen we meteen antwoord op het nummer. Een mevrouw, kennelijk al onderweg vraagt waar we zijn. We hebben eigenlijk geen idee maar het apparaatje blijkt een gps te zijn en dan duurt het niet lang of we worden zendend en telefonerend naar elkaar toe geleid. De vrouw blij, de hond blij en wij ook want wat hadden we anders moeten doen? Het was wel een hele mooie hond, misschien hadden we hem moeten stelen.
.
Misschien was je het vergeten, maar om het foto album te kunnen bekijken klik je gewoon op een van de foto’s.

3 antwoorden op “51 – Hechtingen, beestenspul en paddestoelen…”

  1. Gedachtig Marie Antoinette zou ik al het gepeupel in Frankrijk ook niet vertrouwen met messen, scharen en wat dies meer zij. Voor je het weet tref je iemand met een valbijl. Madame, je vous demande excuses, je ne l’ai pas fait expres.
    Sterkte met de ezels. Liefs 💋

    1. Wat mij als eerste opvalt, zijn de hechtingen op zich. Ik haal daar het volgende uit: “Ha, ha, ha, ha”. Ik vind dit wel cynisch bij het hechten van een wond.
      Verder, wat de Fransen uit de bossen, of uit de zee eten, daar kunnen wij nooit aan tippen.

  2. Exercise in French proficiency. I am using CLE International B1. Diplome d’etudes en langue francaise. I wonder at times what my brain is thinking. ha ha

Laat een antwoord achter aan John de Gier Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *