George

Je zou haast denken dat ik een nieuwe vriend erbij heb maar George is slechts een aanzetje. Onlangs waren we in Toulouse. Daar komen we regelmatig maar nooit in het centrum. De buitenwijken en de grote winkelcentra kennen we op ons duimpje maar Toulouse zelf… daar blijven we ver van. Dat komt omdat we al behoorlijke boertjes van buut’n zijn geworden en de grote stad schrikt ons af. Mij nog meer dan Theo want ik raak hopeloos de weg kwijt en kan geen twee dingen tegelijk: op de tomtom letten en op het verkeer. Mij ontbreekt de mannelijke bravoure van: “deze stad is van mij en ik bepaal wel hoe ik rijd”. Helaas. Als ik een stopbord zie, blijf ik braaf staan en als er een hek ergens staat, moet ik verder rijden voor een parkeer plaats. Zo niet Theo, die parkeert de auto gewoon in een bouwput terwijl ik een fotozaak in snel om mezelf te laten vereeuwigen voor mijn paspoort. Verschrikkelijk. Maar niet te lang gekeken. De fotograaf is een schatje en houdt me aan de praat terwijl buiten het verkeer langs onze nieuwe Duster raast, die braaf in de bouwput wacht. Ik kijk steeds schichtig naar buiten, in afwachting van parkeerwachters of actieve politie agenten. Maar alles gaat op rolletjes en hup gaat het weer door verder het gekrioel van het centrum in. Zou ik zelf verkeerd rijden, dan was ik gedoemd net zo lang door te rijden tot ik ergens kon keren of drie keer links of drie keer rechts om op hetzelfde punt uit te komen. Mij ontbreekt de mannelijke bravoure om tegen het verkeer in achteruit te rijden: “laat ze maar wachten, deze stad is van mij”, voor een parkeergarage. Afijn, voor je het weet sta je alsnog midden in het bruisende stadsleven met alles wat daarbij hoort: veel verkeer, “welke kant moeten we op?” en zwervers met honden. Dat laatste kan ik niet aanzien en zoals ik dat gewend ben, koop ik meteen een doos hondenkoekjes en geef dat aan de zwerver. Hij kijkt wat vreemd; “kan ik dit drinken?” Maar dan breekt er een glimlach door op zijn gezicht en hij bedankt me uitvoerig. Op George moeten we nog even wachten.

Op het Place du Capitole is het leven in volle gang. Busladingen toeristen worden rond geleid en de terrassen nodigen ons uit voor koffie. In de marktstalletjes word ik onophoudelijk verleid om waardeloze prul te kopen voor weinig geld. En voor ik het weet heb ik een jurkje erbij dat bij nader inzien vooral leuk is als je een zeer intiem feestje hebt. Op weg naar de ambassade, want we zijn hier om mijn paspoort te verlengen, laven we ons aan chique winkels en dure merken. Een uurtje of twee ervoor voelde ik me helemaal tiptop in mijn jurkje en zomerse schoenen, inmiddels merk je aan alle kanten dat je niet chique genoeg bent, geen dure kleding draagt, geen juwelen. En dan is George daar. Aan het einde van een marmeren galerij lacht hij ons toe. We waren er bijna aan voorbij gelopen. Maar George let niet op uiterlijk, George wil alleen maar dat je binnen komt. En eenmaal binnen waan je je in een juwelen zaak. George blijft lachen terwijl je er ietwat verloren rondloopt, schrikkend van de pracht en praal en de bijbehorende prijzen. Maar een vriendelijke juffrouw biedt ons een kopje koffie aan. Gratis. Met bijbehorend chocolaatje. En dan heeft George ons echt aan de haak geslagen. Volslagen gedrogeerd verlaten we hem en vanaf dan kunnen we aan niets anders meer denken. Later misschien, of op een verjaardag, met Sinterklaas of Kerst…. Nee we kunnen niet wachten. Het moet nu! Nog twee dagen wachten dan wordt ie bezorgd. George is er dan niet meer bij maar we zullen aan hem blijven denken. Bij elk kopje koffie.

30-05-2011

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *