d’Artan

Jawel, de kogel is door de kerk, het lot heeft toegeslagen en het ligt nu vast. We krijgen er een pup bij. Een hondenpup voor het geval je zou kunnen denken aan een ander dier. Noem het een verslaving. Noem het een leegte, noem het wat je wilt maar het gaat nu toch gebeuren. De excursie naar het dierenasiel was dan wel een tegenvaller, we zijn vast van plan om er donaties aan te gaan doen. Een enkele keer hadden we al eens een zak brokken gebracht maar we gaan er zeker en vast meer werk van maken. We hadden de geur van vieze honden nog niet koud van ons afgespoeld of de schaapherder uit de buurt belde op: er waren bordercollie pups geboren. En ik was toch geïnteresseerd? Was ik dat nog steeds? Zo ja, dan bleef er één leven. En misschien nog wel één voor iemand anders . Een half jaar geleden zag ik de beste man zijn schapen hoeden. Nou ja daarna en daarvoor ook wel maar het gaat om deze ene keer. Ik was zojuist met ons Tutje aan het wandelen geslagen met de ezels, toen ons Tutje geveld werd door blaren en huiduitslag door blote voeten in te krappe laarzen. Ervaringsleren heet dat. Dat is allemaal heel mooi maar ik moest het kind achterlaten want lopen zat er niet meer in. Samen met Paquito ben ik naar huis gesneld om daar de auto terug te pakken. Ik had haar bij de herder achter gelaten: zeg maar dat je mij kent en dat je even moet wachten. Maar Tutje had met veel hand en voetwerk zó veel uitgelegd dat de herder in staat was haar op zijn rug naar ons huis te dragen. Dacht dat ze de weg kwijt was. Maar dat mocht de pret niet drukken. Net toen het allemaal een beetje merkwaardig en vervelend begon te worden was ik er al om haar te redden. Je kunt dan niet weg zonder een praatje. En zeker niet zonder aaitjes voor de honden. Zelfs al zou je willen want één van de honden kroop meteen in me om vervolgens met me te verkleven. Ach wat een schatje! Ik had haar al vaker gezien maar ze was nu toch echt volwassen. Zo volwassen dat ze jawel, toch binnenkort eens gedekt moest worden. Oh hoezo? Nou gewoon omdat dat moet natuurlijk. Een hond zonder pups is als een… Tja als wat? Geen hond in elk geval. Ik heb dus eigenlijk geen honden en zelf ben ik ook geen mens. Het is gewoon maar hoe je er tegenaan kijkt. Ik heb geleerd dat te respecteren. Snappen doe ik het niet. Nou ja de vervolg vraag is dan eigenlijk heel logisch: en als er hondjes geboren worden, wat dan? En ja eigenlijk was ik wel geïnteresseerd maar ik wilde me er niet op vastleggen want het moest nog met mon marie besproken worden. Mijn man heeft weinig bezwaar tegen honden, als het aan hem lag woonden we met zijn allen in een hok. Maar ik hield wijselijk mijn mond tegen de herder. Ik wilde er nog geen definitieve uitspraak over doen. Daarna werd Elfie ziek. Een voetontsteking. Op een haar na gered. Het is eigenlijk een beetje een vreemd verhaal want kennelijk hadden ze de hond al even niet gezien. Anders zie je toch dadelijk dat het beestje hinkt of iets dergelijks? Maar de dag dat zoonlief haar zag was het kantje boord. Ongeveer 70 kilometer verderop moest ze verpleegd worden en vraag me niet waarom. De beste artsen wonen ver weg kennelijk. Dus ik dacht stiekem dat pups wel van de baan zouden zijn of dan toch in elk geval voorlopig. Maar zoals gezegd: ineens ging daar de telefoon. Ons Tutje wist meteen waar het over ging. Ze heeft een fiemel met dieren en daarom is ze meteen alert en paraat. Dat is heel anders met zaken als de vuilnisemmer legen of haar kamer netjes houden. We zijn dan ook meteen gaan kijken. Ooit in een grijs verleden was ik er al eens geweest toen Piet en Kees uitgebroken waren. Zij zijn toen daar gaan logeren. Ik begrijp dat niet want het is daar een bagger troep. Uit meerdere schuren komt honden geblaf en het sterft er van de schapen. Aardig zijn die mensen wel want ze bewogen hemel en aarde om de ezels terug te krijgen. Dus dat was de officiële kennismaking. Het eerste handjes schudden en voorstellen zeg maar. Ik weet nog goed dat het een hele tour was om de ezels terug te krijgen. Samen met een toenmalige Lapzwans hebben we ze de bult weer opgetrokken en veilig achter slot en grendel op hun eigen wei gezet. Afijn ik kende de weg nog. Van ons huis uit kan je het trouwens gewoon zien liggen. En natuurlijk zijn die mensen weer familie van onze buren. Aangekomen op de boerderij mochten we eerst even wachten tot de baas kwam. Dat deden we braaf. De mensen zijn ook al rond de tachtig en dan gaat dat zo. Elfie zat in een schuur, alleen met haar drie pus in een houten bakje. Drie zwarte mollen. Armoe troef. De vloer bezaaid met stront en achter een hek de rest van de stal met de schapen. Zo goed als geen daglicht. Er was maar één reutje tussen dus de keuze was snel gemaakt. En Elfie liet ons rustig begaan. Dat was een paar dagen later wel anders: Er was eerder nog een pup bij geboren maar vervolgens ook weer twee afgemaakt. Supprimer heet dat. Dat klinkt net als of je iets beter maakt dan het is, maar Elfie weet nu wel beter: kom niet aan mijn pups want anders…. Het arme beest is bang geworden. Ik snap dat wel. Toch pak ik d’Artan op en leg hem ook weer terug. Zie maar: ik doe hem niks. Elfie kruipt weer in me en plakt weer tegen me aan. Ik hoop maar dat de komende weken snel voorbij gaan. Dan kan ze weer de hort op met de schapen. En dan nooit meer zwanger worden.

18-09-2010

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *