Lobbyen en netwerken

Vorige week werd ik plotseling ziek . Een lieve vriendin was hier aan het uitpuffen van een zwaar jaar en zat teveel op de tocht dat werd haar fataal: oververmoeidheid plus tocht plus iets dat kennelijk heerst, zorgden voor een fikse verkoudheid. Fiks genoeg om haar een groot deel van haar verblijf op standje nul te houden. Ik voelde me zelf heel wat want ondanks het gehoest om me heen en mijn eigen werkdruk leek ik zo gezond als een vis. Dat leek maar zo want de vriendin had haar hielen nog niet gelicht of de ellende sloeg over naar mij. Uiteindelijk heb ik vier dagen in bed gelegen. Dat ik dat nog eens mocht mee maken. Theo’s verjaardag werd natuurlijk helemaal niet meer gevierd. En ik moest elke dag verzorgd worden. Op zich klinkt dat prima maar leuk is het niet en ik schijn een slechte patiënt. Vanuit mijn bed wilde ik nog controle houden op het reilen en zijlen in het huishouden. Inmiddels ben ik alweer een kleine week uit bed maar nog steeds wankel en moe. Wankel omdat ik nauwelijks gegeten heb en moe omdat mijn afweer systeem overuren heeft gedraaid. Het mag de pret niet drukken want het leven gaat door en als ik maar genoeg rustpauzes neem tussendoor red ik het wel.

Gisteren waren we namelijk uitgenodigd voor een feestje. Jawel, we horen er echt bij. Hoewel we flink dissoneren met de rest van het feestje. Het is zo’n feestje voor een verjaardag die ergens anders gevierd wordt en waar de hele Nederlandse kolonie weer komt opdraven. Je zou denken dat dit deel van Frankrijk Nederlands grondgebied is geworden. Want Frans praten is er niet bij voor de meeste van hen. En dan met name voor de mannen want die laten dat over aan hun wederhelft. Er wordt weer flink gepoehaat en met een dubbel gevoel zoenen we de menigte gedag. Gelukkig zijn er veel BOMdames aanwezig en alleen al daarom heb ik meteen aansluiting. We hebben een tas vol folders bij ons. Want dit is het moment om toe te slaan. Ik moet nieuwe dames rekruteren en Theo moet zijn panorama bedrijf aan de man brengen. Het is lastig want je wilt je niet opdringen. Het moet wel leuk blijven. Ik dring me op aan Yvon, die daar wél blij mee is en zo ontkom ik aan teveel beleefde ditjes en datjes. Ons Tutje is natuurlijk ook mee en die wordt al snel in de armen genomen door wat dames en heren die zich graag over “zo’n lief meisje” ontfermen. De hele middag is ze onder de pannen en geanimeerd alles uit de kast aan het halen. We gunnen het haar maar want daardoor hebben we zelf de handen vrij. Het valt niet mee om zinloze beleefdheden uit te blijven wisselen maar sommige (met name mannen) hebben daar geen enkele moeite mee. Er is er zelfs één die roept dat ik de best geklede vrouw aanwezig ben. Wie had dat nog eens gedacht met mijn HEMA hemdje en wikkelrok van de markt voor 15 euro. Het is natuurlijk een kwestie van buik in, billen aanspannen en borst vooruit. En een beetje paracetamol om op de been te blijven. Hoewel het een blaaskaak is en de concurrentie niet bepaald moordend, doet het me toch goed. Ik blijf nog even hangen hier. Ondertussen is Theo ook druk bezig om zijn panorama foto’s aan de man en aan de vrouw te brengen. De burgermeester van Puymaurin (een naburig dorpje van drie inwoners) is er ook en die schijnt nogal wat vingers in de culturele pap te hebben. Nu maar warm houden en hopen dat ze een paar fotootjes wil. Om die foto’s officieel te maken mogen we trouwens nogmaals naar St. Gaudens om ons in de kamer van artisanale beroepen in te schrijven. Je verwacht een hoop toestand en gedoe maar we hebben geluk: De aanwezige beambte heeft kennelijk niet veel anders te doen en handelt ons hele gebeuren in één keer af. Dat is weer eens een gelukje. Zo, en nu maar hopen dat het weer wat op gaat leveren. Volgende week beginnen mijn BOMlessen alweer. Ik ben er nog helemaal niet klaar voor. Het betekent het einde van de zomer die nu nog steeds zo lekker is hier.

31-08-2010

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *