Blauwe bubbel

Het is altijd verneukeratief om op een plaatje op de verpakking af te gaan. Net als bij een recept bijvoorbeeld. Een beetje fotograaf kan rode kool met bloedworst nog lekker maken. Het water stroomt je in de mond. Hier in Frankrijk kunnen ze er ook wat van: terrine van tripes. Dat klinkt bijna Italiaans en meteen denk je aan olijfbomen en cipressen. Ik tenminste. En zo’n fotogeniek plakje gelatine op een bedje van sla en dat vervolgens weer op een prachtig bord met daaronder een chique tafelkleed, maakt dat je denkt dat je echt iets tekort komt op culinair gebied. Alles wat echt niet lekker is hier of wat eigenlijk geen smaak heeft, leuken ze op met knoflook en peterselie. Met knoflook en peterselie maak je alles lekker. Voor de honden is dat niet nodig die eten de tripes met liefde aan een lekker stuk rechtstreeks in de bak geplempt. Knoflook en peterselie vinden ze niet erg maar is niet nodig.

Zo gaat het ook met onze blauwe bubbel. Op het plaatje  is het een wonder van genot en luxe genieten. Het hele gezin kan volleyballen in dat blauwe geval en dan blijft er nog ruimte over ook. “Snel op te zetten, 1, 2, 3, klaar!” Helaas moet er hier eerst wat geëgaliseerd worden, vervolgens een stevige bodem van planken gecreëerd en dan ben je allang voorbij 1, 2, 3. Sterker nog: dan hoeft het al bijna niet meer. Want er zit nog geen laagje van een centimeter in of we hebben al een lek. Terug brengen is geen optie want de bon is weg en het ding ligt helemaal klaar. Nu gaan we door, koste wat kost. En dan zit je ook nog met alle doemverhalen die over de blauwe bubbel verschijnen. Eén honden pootje er over en je bubbel zakt als een pudding in elkaar. Algen zijn niet op te ruimen en zie je één blauwe bubbel, dan zie je er meer. En altijd groter en beter dan de jouwe. Om die bubbel omhoog te krijgen moet de bodem van het geval recht liggen. Zonder kreuken. Ik kan je vertellen dat dat niet te doen is. Onmogelijk. Met als gevolg dat de ene kant nu vol is en de andere kant nog lang niet. We hebben een scheve bubbel en in plaats van een zwembad is het een pierebadje waarin een muis nog niet kan verzuipen. Het water komt net aan tot aan de kuiten. Laat ik het over volleyballen maar niet meer hebben. Het plezier dat ons door de blauwe plaatjes beloofd is, is grondig verpest. Vanwege de klammige drukkende warmte vliegen we elkaar bijna aan en zijn in staat het hele ding met messteken om het leven te brengen. Het is maar goed dat ik niet ongesteld ben, want ik ben er toe in staat. In plaats van zo’n gezellige familie kunnen ze beter een foto op de doos plakken van duivelse monsters die met messen en lange hoektanden een blauw bloederige boel maken. Nou ja, je begrijpt het ik ben het zat.

We kunnen het beter hebben over de lieve schattige katjes die we er sinds 4 weken alweer bij hebben. Je zou denken: hoe maak ik daar nu een bruggetje voor? Maar wacht maar! Al een tijdje wilde ons Tutje hier wel een katje erbij en daartoe werd er natuurlijk flink gezeurd. Dat mag. Als het om dieren gaat, ga ik vandaag of morgen overstag dus het heeft wel zin om bij mij te zeuren. “Nou ja, toe dan maar! Maar dan wel een katertje.” En zo togen we naar onze dierprovider de buren, om te zien of er jonge katjes waren die anders toch geen lang leven beschoren zouden zijn. We hebben er al eerder katten vandaan gehaald, onze Babiche komt er vandaan en ook een stuk of drie konijnen en een kip. Daarnaast providen ze ons ook van hooi en stro voor de ezels en eieren voor onszelf. En ja hoor, er waren jonge katjes. Nog niet oud genoeg maar:  “we gaan ons best doen ze te vangen.” Een paar weken later is het dan zo ver: twee hummels van piepkleine kittens in een immense kippenkooi gevangen. Nee hoor, ze kunnen weg! We geloofden er niks van. Ze zagen er uit als 3 weken oud, vier hooguit. Maar schijn bedriegt (ook hier). Zodra de monstertjes geïnstalleerd waren doken ze meteen op het vers gemalen vlees dat ik ze voorzette. Speciaal kitten en puppy melk lieten  ze demonstratief links liggen. Zouden ze dan toch al oud genoeg zijn? Toen begon het namen verzinnen. We hadden ontdekt dat we te maken hadden met een jongen en een meisje. Broer en zus en dus noemden we ze Broer en Zus. Heel lollig en origineel. In alle talen uit te leggen. Maar na dik vier weken lijkt de schijn ons opnieuw te bedriegen. Zus begint ernstige tekenen van Broer te vertonen. Ineens is het niet meer duidelijk of we hier te maken hebben met een verlate sexe ontwikkeling of wellicht een hermafrodietje. Niets is ooit wat het lijkt!

06-07-2010

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *