Wolve woman

Fascinerend vind ik programma’s over wolven. Telkens als er weer eens een of andere idioot met wolven wil leven of dansen, dan denk ik: laat die dieren toch met rust! Die wolven en andere hondachtigen hebben het al moeilijk genoeg om te overleven, daar moeten mensen zich vooral verre van houden. Voordeel van dit soort programma’s is natuurlijk wel, dat de wolf een beetje uit de  Roodkapje en zeven geitjes verdrukking kan komen en meer gezien kan worden als een nuttig en interessant roofdier. Een dier dat er nu eenmaal bij hoort net zoals een beer of een tijger. Ik ben natuurlijk vreselijk bevooroordeeld over hondachtigen omdat ik er zoveel van houd. Vooral van mijn eigen huishoudhondjes. En zoals je eerder al hebt kunnen lezen laten die huishoudhondjes van mij zich niet onbetuigd als er zoiets primitiefs gedaan moet worden als jagen. Meestal wachten ze braaf bij de voerbak als ware het een restaurant maar een enkele keer willen ze met hun handen eten, schransen, schrokken, met de mond vol praten en smakken. En een heel enkele keer hebben ze de mazzel dat dat kan.

Twee dagen geleden, het had hier maart roert zijn staart, net weer gesneeuwd, hetgeen absoluut een unicum is hier en nog nooit vertoond, liepen we net lekker weg te wandelen tot de dames en heer plotsklaps in het bos verdwenen. K. en ik er achteraan. K. is een stuk minder tuttig geworden en wel in voor een beetje rauw avontuur. Zo’n 20 meter verder, lag een dood ree. Al half opgegeten, het lekkerste was al weg. Maar er was nog genoeg en Bridjo, de baashond, was al grommend en grauwend bezig om het arme dier nog verder aan stukken te scheuren. Lastig was het wel voor zo’n huis tuin en keuken bastaartje.  Ze kon er nog een poot afbijten en daar heeft ze de rest van de weg mee rond gesjouwd. We zijn er maar bij weg gelopen: tenslotte zijn het barre tijden en er lopen vast nog wel een vos of een marter rond, voor wie er niet elke avond een bak voer klaar staat. Vandaag echter kwamen we er weer langs. Ik had voor de zekerheid mijn zakmes en een paar latexhandschoentjes mee genomen. Dat zakmes kreeg ik voor mijn verjaardag en doet af en toe goede diensten. Ik houd van een zakmes in bereik. Dit is zo’n handige alles in één. Er ontbreekt nog een vork aan maar dan kan je er ook alles mee.  En die handschoentjes is natuurlijk om het beeld van mij als halve wilde weer even te niet te doen. Jullie zagen mij natuurlijk al met bloed doorlopen ogen door het bos dwalen! Nou ja, veel scheelt het niet want hetzelfde tafereel begon weer: Bridjo bij de buit en Babiche op gepaste afstand wachtend op de restjes. Mouss waagde het wel dichterbij te komen maar kreeg dan af en toe een flinke grauw van Bridjo. Ik als grote Alfa heb me toen zelf maar vrouwhaftig op het karkas gestort met mijn Zwitserse precisie mesje. Stukken afsnijdend voor Babiche en die naar haar toe geworpen. Mouss verjaagd en mijn tanden laten zien. Het viel niet mee. De ribben moest ik toch echt breken want het mes was duidelijk niet berekend op zulk zwaar werk. Maar met die handschoentjes aan maakt het niet uit. Af en toe wierp ik een blik naar de bosrand om te zien of er niet toevallig iemand voorbij kwam. Dat zou een raar gezicht zijn geweest: Drie honden en een mens grauwend om een reekarkas. Allengs veranderde ik ook in een wilde met vette lange haren en smeer onder mijn nagels. Bloed druipend uit mijn mond terwijl ik het beste stuk, het hart, als eerste opat. Ha ha, ik heb duidelijk teveel films gezien. Toch had het alles bij elkaar een hoog fluisteren met wolven gehalte. Uiteindelijk lieten we de huid en de kop liggen. De echte wilde dieren hadden hun kans gehad en moeten het doen met de restjes. Wij veegden onze lippen schoon, de handschoentjes binnenstebuiten in de binnenzak, veranderden van weerwolven weer in huishoudhondjes en we konden weer verder wandelen. Het restaurant is vanavond natuurlijk gesloten. Dat spreekt vanzelf.

11-03-2010

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *