Stront

De titel zegt het al dit wordt een vies blogje. Of in elk geval geurig. En ik moet daarbij mijn grote vriend in bescherming nemen. Al sinds jaar en dag klaagt Sigrid dat Gilbert zo naar koeienstront riekt. Tis ook wel te verwachten wanneer je dag in dag uit tussen de koeien staat. Als ik een half uur in de ezelstal sta, riek ik de ganse dag naar ezel. En daar klaagt niemand over. Tenminste… niet tegen mij. Kan best dat Sigrid tegen Gilbert loopt te mopperen dat ik een uur in de wind stink en nog net niet zelf loop te balken maar ik denk het niet. Het maakt ook niet uit of de arme man net onder de douche vandaan komt en een geurtje op gooit, het houdt toch niet lang want de koestal zit naast de woonkamer. De strontspray druipt gewoon door de muren naar binnen. Zie daar maar eens aan te ontsnappen. Ik vind persoonlijk dat het wel bij de couleur locale hoort. Dus mij stoort het niet. Zou ik in de bioscoop zitten en iemand kwam naar stal riekend naast me, dan zou het wel storend zijn maar gewoon hier op het platteland…. Geen probleem. Ik ruik er gewoon doorheen.

Gisteren had ik weer hupsdag met de dames. Het waren er maar twee want inmiddels zit iedereen in verre oorden te genieten van onverdiende rust. Nou ja, dat is de kift natuurlijk. Het is vast erg verdiend. Daardoor kon ik de twee dames even flink uitknijpen. Je begrijpt: die roken zelf ook niet meer zo fris. Ondertussen is Gilbert, de schat maar aan het heen en weer rijden met de trekker en karren vol grond. Zodat wij onze tuin kunnen egaliseren. Gisteren was hij al begonnen en vandaag kwam hij het afmaken. Gisteren was er geen tijd voor koffie dus kwam hij die vandaag halen. Hij zette zich dus ietwat verlegen maar toch vastbesloten, tussen de dames en de koffie. Oef, dat was even slikken. Een walm van koeienstal hing er ineens in de kamer en een van de dames kon het niet laten haar parmantige neus in de lucht te gooien en zomaar te roepen: poeh he, wat ruikt het hier ineens! Ik wist niet hoe snel ik de oorzaak op de grond, net naast het raam van de kamer moest afwentelen. Ik zag Gilbert door de grond gaan van schaamte en ineens zag ik ook dat het maar een ouwelijk mannetje was met een grijzemuis gezichtje en een veel te grote bos grijs haar in elkaar gedoken in een hoekje aan tafel. Ineens was het niet meer mijn Gilbert. Gelukkig konden we het gesprek veranderen naar de storm die hier gewoed moet hebben (niks van gemerkt) en hoeveel doden en gewonden daarbij gevallen zijn. Lekker veilig. Op mezelf na, kon iedereen daar over meepraten. Prinses noemt Gilbert mij. En hoewel ik nergens een kroontje zie of een mooie lange jurk, ik begrijp wel wat hij bedoelt.

Nu we het toch over geur hebben: vanmiddag ga ik naar het kippenabattoir om karkassen voor de hondjes te scoren. Ik vind dat ook altijd een intrigerende bezigheid. Van verre ruik je de geur van dood al op je afkomen en dat weerhoudt de meeste prinsen en prinsesjes ervan erheen te gaan. Dat mag ik oplossen. Ik vind het op een bepaalde manier stoer om tussen de jagers en ander manvolk mijn deel uit te zoeken uit de containers, achteloze praatjes te maken over het weer en de kwaliteit van het afval. Soms heb je enorm veel geluk en kun je er hele kippen uitvissen met alles er op en er aan. Ongelofelijke verkwisting van levens vind ik dat en daarom ben ik blij dat ik er nog wat mee kan doen. Sigrid vindt het verschrikkelijk om daar heen te gaan en voor haar honden karkassen te zoeken. Ze kan niet tegen de geur en wordt er misselijk van en ter plekke vegetarisch. Dat vind ik altijd wel de meest hypocriete uitspraak van mensen. Weet wat je eet roep ik dan maar en zeur niet.  Ik strijk over mijn hart en neem dan voor haar ook mee. Vanmorgen vroeg ze of ik het misschien wel even langs kon brengen…. Mijn mond viel open, was ze soms niet thuis of zo? Nee anders moest ze de auto opstarten voor een ritje van 200 meter. Mijn mond kon niet verder open anders deed ik het. Ik wees haar er maar fijntjes op dat ik in dit geval zeker wel de auto kon opstarten om niet alleen in haar stank te staan en kip voor haar uit te zoeken en om het vervolgens ook nog bij haar voor de deur af te leveren. Verder nog iets van uw gading? Ik houd ongetwijfeld nog een heleboel over dat ik niet in de vriezers kan bergen. Dat gaat lekker naar de buren. Want voor al dat rijden met grond en bomen kappen zijn kopjes koffie niet een afdoende betaling. En bovendien hebben hun honden dan ook weer eens wat lekkers.

03-03-2010

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *