Rust

Onze caravan annex tweede huis heeft ons in de afgelopen herfstvakantie helemaal naar Salies de Bearn gebracht. Dat klinkt ver weg maar voor ons is het toch maar zo’n 200 kilometer. Twee avonden van tevoren waren Dorien en haar ouders aangekomen en ze hadden nog een dag om hun huiswerk uit het hoofd te leren: wat krijgen de honden te eten, hoe laat gaan de kippen op stok, waar lopen we met de ezels, hoe vangen we de vissen, wie bel ik in een noodgeval en wat mag ik in het huis doen?  Dat ging helemaal niet slecht en ze zijn met vlag en wimpel geslaagd. Maar dat wisten we toen nog niet natuurlijk, dat hoopten we alleen maar. En ondertussen deden wij ons huiswerk zoals te doen gebruikelijk: op de laatste dag. Dus de hele caravan moest nog ingepakt worden en kleding uitgezocht. Stressen is dat toch wel. Maandagochtend na het ontbijt en een noodzakelijke kop koffie zijn we heel rustig als twee bezadigde bejaarden op pad getogen met de sleurhut. Meteen in het afwateringsgootje bij ons op het pad, knalden we het frontwieltje al aan gort. Gelukkig waren we ons van geen kwaad bewust en zagen we het pas toen we op de camping aankwamen. Onderweg was het behoorlijk afzien want het was koud en de koekjes nog bevroren en ik had geen jas bij me. We pauzeerden op een stoffig plaatsje midden tussen de maïsoogst en ik wilde huilend terug. Dat ging niet door. We moesten verder. Wie a zegt moet b zeggen. Met de kaart op mijn knieën en de kachel op hoog,kwamen we na 4 uur tuffen op de afgesproken plek. Vind maar eens een camping in dit jaargetijde! We moesten het doen met een Nederlandse camping nota bene tussen twee snelwegen gelegen. Echt afzien dus. De eigenares beloofde ons dat we de enige gasten waren en dat ze niks verwachtte maar meteen de volgende dag kwam er zo’n kast van een camper boven op onze lip staan. Een enorme camping voor je alleen en dan komen ze zo dicht bij je staan. We waren not amused of moet ik zeggen pas amusé? In elk geval niet blij. Vooral niet toen bleek dat onze nieuwbakken buurvrouw Nederlandse was maar het vertikte Nederlands met ons te spreken omdat ze al 20 jaar met een Fransoos getrouwd was. Ik hoorde dat van Herman. Herman was de klusjesman van de camping. Herman biedt zich vrijwillig aan, aan hulpbehoevende vrouwen die eenzaam een camping runnen. Herman had al gauw in de gaten dat wij ook in Frankrijk wonen en wist niet hoe snel hij zijn diensten aan moest bieden. Herman kan alles. You name it and he does it of in het Frans of in het Nederlands. Net zo je wilt. En hij is niet duur hoor. Hooguit 500 euries om heen en weer te rijden met zijn dure auto want ja zo duur is dat nu eenmaal. En verder is hij graag onder de pannen. Want Herman is natuurlijk een tussen wal en schip vallende figuur die eigenlijk een beetje zielig is en zich vastklampt aan elke strohalm op zijn pad. Als ze maar vrouwelijk zijn. En Herman heeft een behoorlijke cv. Niet schriftelijk maar mondeling en dat moet je dan allemaal aanhoren. Bovendien weet Herman alles van iedereen en dus ook van de camping eigenaresse. Binnen 5 minuten had hij haar doopceel voor me gelicht van scheiding tot verjaardag en yogalessen. Niks blijft onbespreekbaar voor Herman. Al zou ik een hulpbehoevende campingeigenaresse zijn, dan zou ik me toch wel een paar keer bedenken voordat ik Herman 500 euro betaalde om mijn doopceel te lichten aan vreemden en aan zijn cv toe te voegen. De rest van de week heb ik dus mijn best gedaan om Herman te ontduiken en van me af te schudden. Met de camperdame sprak ik gewoon Frans. Ze kon me de pot op. Mij had ze er niet mee hoor. Gelukkig kwam er al snel nog een campervriend langs. Die gingen nog paller op ons neus staan als dat al kon. Ik vermoed dat het een camperding is: je zoekt elkaar op en gaat dan lekker knus kont aan kont op een paar vierkante meter staan. Aangezien wij maar armzalig caravan bezitters zijn vallen we in de categorie saai en burgerlijk. De Frans sprekende Nederlandse dame wilde niks meer van ons weten en kwebbelde lustig Nederlands met haar soortgenoten. Toen kon ze echt de hoogste boom in. Ik sprak toch alleen maar met haar vanwege hun hond.

Kijk, dat zijn dus de dingen die ons een week lang bezig gehouden hebben. Heerlijk stompzinnig geouwehoer en gedoe. Verder deden we niets dan slapen, eten en lezen. Heerlijk naar Biarritz geweest, wel twee keer en heerlijk gewandeld en uitgerust. Maar daar valt verder weinig over te vertellen. Bij thuiskomst hadden we een logé: Sizzles. Je kent hem nog wel uit een vorig verhaal. Het is de vriend van Mouss. Sizzles bleef een week. En dat hebben we geweten. Het lag niet zozeer aan het arme beest zelf als wel aan de combinatie met Mouss. Pas zondag werd hij weer door zijn baasje opgehaald en keerde de rust weer terug. De poezen kwamen weer naar huis en we konden eindelijk weer ontspannen. De vakantie was alweer lang vergeten en een nieuwe is alweer in de maak. Pas toen internet en de telefoon ook verdwenen omdat we moeten veranderen van provider omdat dat nu eenmaal handiger is, keerde de rust echt in huis. Wat een stilte, wat een tijd houd je over zeg! Daar zou ik zo nog een heel verhaal aan kunnen wijden. Maar dat doe ik niet.

03-11-2009

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *